Stand-upcomedy

Een comedian is een persoon die op het podium staat en probeert om het publiek te laten lachen. Ik denk niet dat het meer is dan dat”, vertelt comedian Alex Agnew. “Het is iemand die iets vertelt. Meestal over zichzelf, of over hoe die persoon naar de wereld kijkt. De ene comedian is maatschappijkritisch, de andere niet. Sommigen zijn heel absurd, anderen muzikaler. Er is geen blauwdruk voor een stand-upcomedian. Maar wat we allemaal met elkaar gemeen hebben, is dat we willen dat het publiek lacht.”

Interactie met het publiek maakt ook inherent deel uit van stand-upcomedy. “Je zegt iets en het publiek lacht; dat is een interactie. Maar je hebt natuurlijk ook momenten waarop je het publiek aanspreekt of waarop iemand iets naar jou roept. Je moet er als comedian voor openstaan om dat te laten binnenkomen en er iets mee te doen.”

Van Amerika en Engeland tot Vlaanderen
Stand-upcomedy zoals we het nu kennen, is overgewaaid uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Daar ontstond het volgens Alex Agnew vanuit een onderbuik. “Het ontstond in clubs, zoals working men’s clubs en stripbars. MC’s (masters of ceremony) kondigden de acts aan en hadden al snel door dat dat plezanter is als ze mensen kunnen laten lachen. Vanaf de jaren 60 kwamen er comedyclubs en waren er een aantal mensen, zoals Lenny Bruce, die zowat de revolutie hebben ontketend bij comedy. De grote comedyboom in Amerika was eind jaren 70, begin jaren 80. Daaruit zijn veel comedians gekomen die een beetje de blauwdruk zijn van moderne comedy. Twee belangrijke Amerikaanse comedians uit die tijd zijn Richard Pryor en George Carlin.”

In België had je vanaf de jaren 70 Gaston en Leo, en Urbanus. En in de jaren 90 had Geert Hoste grote successen met zijn oudejaarsconferences. De comedyboom in België was volgens Alex Agnew in de jaren 2000. “Met comedians zoals Gunter Lamoot en Pieter De Praitere die hun uitvalsbasis in Gent hadden. En met Wim Helsen, Nigel Williams, Thomas Smith en ik in Antwerpen. We waren niet met belachelijk veel mensen, maar je voelde wel dat er iets in de lucht zat. België was klaar voor stand-upcomedy. En ik was wel ambitieus, maar niemand van ons had toen gedacht dat we daar ooit ons brood mee zouden verdienen, dat we daarmee op tv zouden komen, of dat we dat zo lang zouden doen.”

De basis blijft hetzelfde
“Doorheen de tijd zijn veel culturele dingen veranderd. Sommige stukken van comedians zijn minder relevant geworden, door referenties of lingo die we nu niet meer begrijpen. Maar heel veel basics over mensen blijven hetzelfde. Comedians hebben altijd al verteld over ‘de waardeloze vent die thuis niks doet’, over ‘de vrouw waar hij niks van mag’ of over ‘de kinderen die geen respect hebben’.” Een stuk van Lenny Bruce over de macht van scheldnamen voor rassen, is nog steeds relevant. “Maar vandaag zou je zo’n grap op een andere manier moeten aanpakken.”

Stand-upcomedy is altijd wat vertrokken vanuit een soort ‘stout zijn’. “Ik vind het belangrijk dat we als comedian kunnen lachen met dingen die heel au sérieux genomen worden, of met dingen waarvan mensen zeggen ‘het mag eigenlijk niet’. Daarnaast moet je ook jezelf onderuit kunnen halen en jezelf in vraag durven stellen.”

Grappig zijn, een visie en een look
Volgens Alex Agnew zijn er drie belangrijke kenmerken voor comedians. De eerste is: grappig zijn. Dat moet een beetje in jou zitten. “Als jong manneke zat het al in mij om mensen te doen lachen”, zegt hij daarover. Om te zorgen dat de humor goed overkomt, moet je vooral vertellen over wat jou interesseert. “Toen ik begon, schreef ik vooral materiaal waarvan ik dacht dat het publiek het leuk zou vinden. Maar dat is meestal geen goed idee. Hoe persoonlijker je verhaal, hoe beter.”

Dat sluit goed aan bij het volgende kenmerk: een eigen visie. “Goeie comedians hebben een duidelijke, eigen persoonlijkheid. Als je jezelf in één zin kan samenvatten, is dat meestal goed. Ik was de rock-‘n-rollcomedian met de grote bakkes en de geluidjes. Dat is een imago dat je blijft meedragen, maar het zorgt ook wel voor bekendheid.” En die persoonlijke insteek is voor iedere comedian anders. “Denk maar aan iemand als Lieven Scheire en zijn fascinatie voor wetenschap. Plots bleek er een publiek te zijn voor comedy over DNA en zijn er mensen die graag naar dingen als Nerdland gaan. Mensen horen graag iemand die ergens passioneel over is. Laat het dus vooral vanuit jezelf vertrekken.”

Op de derde plaats: een look, “iets waaraan je een persoon direct herkent”. Al betekent dat volgens Alex Agnew niet noodzakelijk dat je knap moet zijn, zeker niet binnen comedy.

Workshops en open mics
Stand-upcomedy leer je vooral door te doen. Al kan je tegenwoordig ook workshops volgen. “Dat was nog niet toen ik begon. Toen moest je in een café of tijdens een open podium comedy brengen. Als je goed genoeg was, kwam je in een line-upshow terecht met een aantal comedians. Nu zijn er veel meer open mics waar je acht minuten krijgt om iets te proberen en verder te bouwen aan jouw materiaal.”

*Deze inzending kwam tot stand met hulp van CEMPER, Centrum voor Muziek-en Podiumerfgoed, op basis van een gesprek met Alex Agnew. Humor, het Erfgoeddagthema van 2026, vormde de aanleiding tot deze inzending.

Alex Agnew is een icoon in de Vlaamse comedy. Hij werd bekend bij het grote publiek toen hij in 2003 het Leids Cabaret Festival won. De nieuwe show Alex Agnew - No More Heroes speelt vanaf 8 oktober 2026 in de AFAS Dome Antwerpen - info en tickets via alexagnew.be.

Show van Alex Agnew | © Raf Balrak